Door Jan van Groesen
En nu ons onderzoek naar de nieuwsombudsman. Wij als Stichting Media-Ombudsman Nederland zetten ons in voor het behoud van kwaliteitsjournalistiek in Nederland. Daarom heeft de Stichting in samenwerking met Fontys Hogeschool Journalistiek in Tilburg, dr. Huub Evers en drs. Harmen Groenhart, onderzoek gedaan naar het functioneren van nieuwsombudslieden. De resultaten van dit onderzoek zijn gebundeld in dit boekwerk dat in de hal hiernaast, in een nederlandstalige en een engelstalige versie kan worden verkregen.
Hoewel het fenomeen Nieuwsombudsman nog geen brede verspreiding heeft gekregen in de mediawereld, komt het in vrij veel landen voor. Het is een instrument van journalistieke ethiek dat inspeelt op de wens van de burger die wil dat de nieuwsmedia openheid en transparantie betrachten over het proces van nieuwsvorming en over de keuzen die daarin worden gemaakt.
Wat zijn nieuwsombudslieden? Nieuwsombudslieden zijn journalisten die aan nieuwsmedia verbonden zijn en als bemiddelaars optreden tussen de nieuwsconsument (lezer, kijker, luisteraar) en de redactie. Ze behartigen zowel de belangen van persvrijheid als die van de burger. Ze staan open voor kritische op- en aanmerkingen van de burger en leggen verantwoording af van de resultaten en de motivering van hun werkzaamheden door publicatie van een eigen column. Nieuwsombudslieden zijn slechts gebonden aan wettelijke regels en aan standaarden van journalistieke ethiek. Ze opereren op basis van volledige onafhankelijkheid. Het belangrijkste zelfregulerende effect van ombudslieden is dat ze de interne discussie bij de nieuwsmedia over journalistieke missers en fouten bevorderen. Daarmee vormen zij een factor van kwaliteitscontrole en kwaliteitsverbetering.
Uit ons onderzoek blijkt dat de nieuwsombudsman in vele verschillende gedaantes voorkomt. Bij de Nederlandse media vooral als ombudsman en lezersredacteur of lezersredactie, in het buitenland ook als readers representative, public editor, readers’ editor, community advocate en advisor on journalism ethics. De verschillende namen weerspiegelen vaak ook een verschillende invulling van de ombudsmanfunctie. Het tot nu toe overheersende beeld van de nieuwsombudsman als onafhankelijke, kritische volger van de journalistieke output, komt niet overal overeen met de werkelijkheid. Er zijn ombudslieden die op basis van een onafhankelijk statuut operen maar toch verantwoording verschuldigd zijn aan de hoofdredactie of de directie, er zijn ombudslieden die als jurist worden ingezet omdat steeds meer burgers de nieuwsmedia voor foute journalistieke producties aansprakelijk stellen en je hebt soms ombudslieden die het journalistieke product toetsen vóórdat het wordt gepubliceerd.
Ook in Nederland zijn er op enkele plaatsen lezersredacteuren actief die van hun hoofdredactie te horen hebben gekregen dat een kritische houding over het eigen product niet op prijs wordt gesteld.
Over het algemeen echter voldoen nieuwsombudslieden aan het beeld dat ze klachten van de burger over het eigen nieuwsmedium op integere wijze behandelen. Met name bij nieuwsmedia in Noordwest-Europa, Noord-Amerika en Australiё komt de functie van de nieuwsombudsman het dichtst bij wat hij pretendeert te zijn.
In Nederland zijn nieuwsombudslieden actief bij de NOS, bij de Volkskrant, bij het AD, bij een aantal regionale bladen van het Wegenerconcern, bij het Dagblad van het Noorden en bij de bladen van de Media Groep Limburg.
De laatste twee jaar staat de functie van nieuwsombudsman zowel nationaal als internationaal onder druk. In de Verenigde Staten zijn in 2008-2009 alleen al bij tien kranten de ombudslieden weggesaneerd. En in Nederland zijn met name bij de bladen van het Wegener-concern ontwikkelingen gaande die het ergste voor de ombudsmanfunctie doen vrezen.
Wij betreuren dat zeer. Wij beseffen wel dat nieuwsombudslieden kwetsbare doelen zijn in tijden van economische teruggang en dat hoofdredacties liever journalisten behouden die aan het productieproces bijdragen in plaats van dat te bekritiseren. Maar de geloofwaardigheid van de nieuwsmedia is naar onze mening evenzeer een financieel-economische factor van belang, zeker op lange termijn. En het wegstrepen van de ombudsman staat haaks op het steeds grotere beroep dat de burger op de media doet om verantwoording af te leggen en meer openheid te etaleren over het journalistieke beleid.
De crisis in de internationale journalistiek en de benarde positie van de dagbladen, maakt het dringend noodzakelijk om de rol van de journalistiek opnieuw te definiëren. Bij zo’n herdefiniëring zullen het versterken van de journalistieke kwaliteit en het introduceren van breedschalige zelfregulering naar onze mening een vitale plaats innemen. De positie van de nieuwsombudsman komt dan als vanzelf scherp in beeld. Zoals Pam Platt, de voormalige voorzitter van de Organization of Newsombudsmen ONO, zei en ik citeer: “ geen externe kritische toetsing kan beter de geloofwaardigheid van de media vergroten dan zichzelf te confronteren met de eigen fouten”.
In ons onderzoek zijn enkele deelstudies opgenomen die een analyse bevatten van de ombudsmancolumns van de NOS, de Volkskrant en het voormalige Rotterdams Dagblad. Huub Evers van Fontys Hogeschool Journalistiek zal hierover zo meteen zijn licht laten schijnen. Kortheidshalve zal ik mij daarom tot enkele conclusies en aanbevelingen van ons onderzoek beperken.
1. Voor nieuwsmedia die hun geloofwaardigheid naar het publiek willen vergroten en hun kwaliteit versterken, is de nieuwsombudsman een van de meeste geëigende instrumenten.
2. De nieuwsombudsman is idealiter een journalist of mediadeskundige die fulltime als huiscriticus het journalistieke product beoordeelt.
3. Om de bestaande scepsis in de samenleving weg te nemen, moet de nieuwsombudsman in volledige onafhankelijkheid kunnen opereren. Hij staat los van de redactie en neemt niet deel aan redactieberaad. Hij toetst de journalistieke productie aan vigerende standaarden van journalistieke ethiek en deelt zijn analyses en zijn vrije oordeel met het publiek.
4. Wanneer de ombudsman het journalistieke product toetst aan ethische standaarden, dienen deze standaarden openbaar en voor het publiek toegankelijk te zijn. Ook de werkwijze van de ombudsman zelf dient transparant te zijn; zijn statuut moet openbaar zijn.
5. Aan een ombudsman die afkomstig is uit de eigen redactionele gelederen zit het voordeel dat hij of zij de redactiecultuur kent, maar een ombudsman van buiten kan zich volstrekt onafhankelijk opstellen, zeker wanneer het gaat om een aanstelling voor beperkte tijd. Onze voorkeur gaat uit naar het voorbeeld van de Washington Post en de New York Times waar de ombudsman niet in dienst van de krant mag zijn geweest vóór zijn aanstelling en na zijn ombudsmanperiode ook de krant weer moet verlaten.
(17-3-2010)
Jan van Groesen