door Jan van Groesen
De Stichting Media Ombudsman Nederland (MON) vindt dat minister Plasterk (Media) een deel van het geld dat hij voor de pers beschikbaar stelt, moet gebruiken om te bevorderen dat kranten en weekbladen nieuwsombudslieden aanstellen. In het debat over het persbeleid van de minister moet de Tweede Kamer daar bij Plasterk op aandringen.
De Stichting MON heeft het afgelopen jaar onderzoek laten doen naar de betekenis en de werkwijze van ombudslieden bij nieuwsmedia. Uit dat onderzoek, dat begin volgend jaar wordt gepubliceerd, komt onder meer naar voren dat een ombudsman een belangrijke bijdrage kan leveren aan zelfregulering – de inspanning die media leveren om gedegen journalistiek te bedrijven en de bereidheid daarover zowel intern als extern verantwoording af te leggen.
Van groot belang daarbij is dat nieuwsombudslieden in hun functioneren onafhankelijk zijn. In de redactiestatuten moeten daartoe waarborgen worden opgenomen, meent MON. In dat verband kunnen de redactiestatuten dienen als maatstaf ter beoordeling van de vraag of kranten en weekbladen voor een financiële bijdrage van de overheid in aanmerking komen. Als uitgevers niet bereid zijn redacties in staat te stellen een onafhankelijke nieuwsombudsman in het leven te roepen, lopen die deze steun mis.
Minister Plasterk kondigde onlangs aan vier procent van de opbrengst van televisiereclame te willen doorsluizen naar de gedrukte media. Dat komt neer op een bedrag van rond acht miljoen euro per jaar. MON doet een concrete suggestie om een deel van dat geld te besteden aan nieuwsombudslieden. Zij kunnen niet alleen de kwaliteit van het journalistieke product bewaken, maar er ook toe bijdragen dat de door Plasterk beoogde zelfregulering gestalte krijgt – een streven dat ook Stichting MON statutair nastreeft.
Op dit moment, zo blijkt uit het volgend jaar te publiceren onderzoek van de Stichting Media-ombudsman Nederland, hebben betrekkelijk weinig media een eigen ombudsman. Bovendien is de reikwijdte van hun functie in veel gevallen beperkt. Door een aanpassing in het persbeleid van de minister en een bijdrage aan de uitgevers van dag- en weekbladen die bereidheid tonen op dit vlak rekening te houden met hun redacties, kan een belangrijke stap vooruit worden gezet naar verantwoordelijke journalistiek, aldus MON.