Onderzoek journalistieke gedragscodes
In opdracht van de Stichting Media-Ombudsman Nederland heeft de Universiteit van Amsterdam (UvA) een breed wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd naar journalistieke gedragscodes. Dit onderzoek richtte zich op bestaande codes, zoals de Code van Bordeaux (1954), en de noodzaak en haalbaarheid van nieuwe codes. In het eerste deel van het onderzoek werd gekeken naar de wenselijkheid en haalbaarheid van een gedragscode voor journalistieke producties op internet.
Desirability and feasibility of a separate Internet code. A Delphi-study
Richard van der Wurff
Klaus Schönbach
The Internet brings new types of news such as blogs and user-generated content that challenge journalist values and pose fundamental questions of what constitutes professional (online) news and how ethicals should and could be maintained in an online environment. In more practical terms, they raise the question whether a specific online code of conduct is necessary, desirable and/or feasible, to promote and define quality journalism online and (perhaps) to defend the profession against outside interference. This paper addresses this issue by means of the Delphi-method.
Journalistic codes of conduct are formal articulations of professional norms and values that supposedly guide journalist activities the do’s and don’ts of journalism. They have been adopted by many professional news outlets and most professional organizations, but nevertheless remain a matter of considerable dispute. Some journalists maintain that formal codes improperly impinge on the constitutional freedom of the press. Others believe that formal expressions of professional values enhance the quality of journalistic work and protect the profession against outside interference. Pragmatic objections point to the discrepancy between general rules and actual ethical dilemmas that make codes less useful in practice.
The spreading of online news media reinvigorates the debate on the desirability and feasibility of codes. It raises questions such as: What defines the journalistic profession to which codes should apply? What are the characteristics and values that differentiate professional journalists from other news providers? Is online journalism a different type of professional journalism, based on different practices and requiring different values than other, traditional, types of journalism? And, more practically, does this mean that the profession needs to formulate specific codes of conduct for online journalism?
This paper studies the desirability and feasibility of a specific online code in the Netherlands, using the Delphi-method. It focuses on the following research questions: What are, according to Dutch journalists, (a) the ethical dilemmas and values that journalistic codes should address; (b) the types of journalists that journalistic codes should apply to; and (c) the conditions under which different types of journalistic codes of conduct are likely to influence day-to-day journalist news production?
The Delphi-method is a familiar method used to analyse complex (policy) issues and to predict developments. Stakeholders express their views and ideas in a structured and moderated dialogue, on the basis of a questionnaire. The researchers analyse the responses and feed the results back to the stakeholders. The aim is to develop, in a few rounds, as much consensus as possible on the issue at stake, and to clarify and explore remaining conflicts of opinions.
The Delphi study will be conducted in late spring and early autumn and include journalists that work for different types of media and outlets at different organizational level. The study is conducted in co-operation with the Media Ombudsman Foundation in the Netherlands.
Richard van der Wurff (maart 2011)
logo stimuleringsfonds
Stichting Media Ombudsman Nederland – Onderzoek functioneren media-ombudsman
Datum besluit: 07-11-2007
Het onderzoek naar het functioneren van media-ombudslieden bij nieuwsmedia in binnen- en buitenland en hun invloed op het journalistieke product wordt uitgevoerd door dr Huub Evers, lector Fontys Hogeschool Journalistiek Tilburg, bijgestaan door J.P. van Groesen en H.C. Haak van de Stichting Media Ombudsman Nederland, tevens respectievelijk voormalig adjunct-hoofdredacteur van het ANP en oud-docent Fontys Hogeschool Journalistiek en oud-ombudsman Rotterdams Dagblad. In het onderzoek zal door middel van literatuurstudie en interviews met betrokkenen allereerst de situatie in Nederland worden geïnventariseerd. Daarbij wordt onderzocht welke typen ‘ombudsman’ er in ons land te vinden zijn, welke taken en bevoegdheden ze hebben, hoe en bij welke media ze werden aangesteld, wat hun achtergronden zijn, wat er over hun onafhankelijkheid is geregeld en hoe dat in de praktijk uitwerkt. Vragen als deze zullen ook gesteld worden bij de tevens voorziene bestudering van het functioneren van ombudslieden bij nieuwsmedia in het buitenland. Bij wijze van casestudies worden tevens de columns van de ombudsman van de Volkskrant en de voormalige lezersredacteur van het Rotterdams Dagblad worden geanalyseerd op de terzake relevante aspecten. Het geheel zal uitmonden in een publicatie die mede als basis zal dienen van een internationaal symposium over dit fenomeen. De totale onderzoekskosten worden geraamd op € 68.600,-. Het Stimuleringsfonds voor de Pers heeft besloten een subsidie in de vorm van een uitkering van maximaal € 54.600,- beschikbaar te stellen voor dit onderzoek. De rest van de kosten wordt gedragen door de Stichting.
Het besluit tot het inwilligen van de aanvraag is gebaseerd op artikel 54 sub d, resp. artikel 58, van het Mediabesluit dat het Stimuleringsfonds de mogelijkheid biedt subsidie te verstrekken aan onderzoek ten behoeve van de persbedrijfstak als geheel, voor zover dat onderzoek past in de doelstellingen van het Stimuleringsfonds. Centraal in het onderhavige onderzoek staat de vraag wat het nut van een ombudsman is voor de lezer, luisteraar, kijker en voor de desbetreffende redactie zelf. Daarbij wordt ook de vraag betrokken in hoeverre dit fenomeen bijgedragen heeft aan de zelfregulering in de journalistiek. In de discussie over de kwaliteit van de journalistiek in ons land wordt de laatste tijd de roep om een media ombudsman in dat verband steeds duidelijker en breder verwoord. Intussen is ook de Raad voor de Journalistiek met steun van het Stimuleringsfonds begonnen met een vergelijkend onderzoek naar Raden voor de Journalistiek in West-Europa. Het onderhavige onderzoeksvoorstel van de Stichting Media Ombudsman, gericht als dat is op het fenomeen media-ombudsman in binnen- en buitenland als zodanig, kan daar goed bij aansluiten, hetgeen ook de verdere discussie over journalistieke kwaliteit en de mogelijkheden die te verbeteren, versterken enz. ten goede kan komen. Naar de mening van het Stimuleringsfonds zal dit onderzoek de bedrijfstak als geheel ten goede komen en past dit ook binnen de doelstellingen van het Stimuleringsfonds voor de Pers.
Stichting Media Ombudsman Nederland – Onderzoek journalistieke codes
Datum besluit: 07-11-2007
Het onderzoek heeft tot onderwerp de wenselijkheid en effectiviteit van journalistieke gedragscodes in Nederland. Dit onderzoek wordt geleid door dr Richard van der Wurff van de Amsterdam School of Communications Research (ASCoR) van de Universiteit van Amsterdam. Het betreft een promotieonderzoek, waarvan de resultaten van de deelprojecten tussentijds beschikbaar zullen komen. Centraal staan in dit onderzoek drie vragen: a) wat is de effectiviteit van bestaande journalistieke codes in Nederland, b) is er (bij en volgens journalisten) voldoende draagvlak voor nieuwe journalistieke codes, en c) zijn (volgens journalisten) nieuwe journalistieke codes in ons land wenselijk.De totale onderzoeks- en projectkosten worden geraamd op € 269.832,-. Het Stimuleringsfonds voor de Pers heeft besloten een subsidie in de vorm van een uitkering van maximaal € 133.729,- beschikbaar te stellen voor het onderzoek. ASCoR neemt een bedrag van € 89.403,- de resterdende onderzoekskosten voor zijn rekening. De projectkosten worden gedragen door de Stichting Media Ombudsman Nederland.
Het besluit tot het inwilligen van de aanvraag is gebaseerd op artikel 54 sub d, resp. artikel 58, van het Mediabesluit dat het Stimuleringsfonds de mogelijkheid biedt subsidie te verstrekken aan onderzoek ten behoeve van de persbedrijfstak als geheel, voor zover dat onderzoek past in de doelstellingen van het Stimuleringsfonds. In ons land wordt regelmatig gediscussieerd over de wenselijkheid en noodzakelijkheid van journalistieke gedragscodes, maar er is tevens relatief weinig empirisch onderzoek hiernaar gedaan. Over de effectiviteit van journalistieke codes alsmede over de wenselijkheid en wenselijke inhoud van dergelijke codes is daardoor weinig bekend. Doel van dit promotieproject is derhalve om op basis van wetenschappelijk onderzoek kennis en inzicht te verwerven in de effectiviteit van journalistieke codes – waar en wanneer c.q. onder welke omstandigheden codes wel en niet werken – en in de wenselijkheid en haalbaarheid van journalistieke codes – welk soort c.q. welke elementen van codes volgens Nederlandse journalisten wenselijk zijn en op voldoende draagvlak kunnen rekenen. Naar de mening van het Stimuleringsfonds zal dit onderzoek de bedrijfstak als geheel ten goede komen en past dit ook binnen de doelstellingen van het Stimuleringsfonds voor de Pers.