Door Jan van Groesen
In de speculaties over wie Christian van Thillo nu eigenlijk is, worden hem eigenschappen toegedicht die wisselen met het belang dat de speculanten zelf bij de toekomst van PCM hebben. Het verdient daarom aanbeveling om vooralsnog slechts naar de feiten te kijken. Een van de primaire feiten is dat Van Thillo met een investering van € 100 miljoen de zeggenschap over het PCM-concern voor een spotprijs heeft verworven. De directie van het concern heeft PCM als het ware in de uitverkoop gedaan.
De lage prijs houdt ongetwijfeld verband met de grote schuldenlast die PCM torst en de druk van de banken die de teugels van hun kredietfaciliteit aantrokken. En er zal intern ook zijn betoogd dat er voor de noodzakelijke overname eigenlijk geen alternatief voorhanden was. Maar de directie, die zelf het initiatief nam tot de overname, en zeker ook de redacties van de PCM-bladen hadden erop moeten aandringen dat niet alleen de naakte financiёle cijfers in de overnameprijs zouden zijn verdisconteerd, maar zeker ook de immateriële waarde die deze bladen vertegenwoordigen als belangrijk cultureel erfgoed van de Nederlandse samenleving. Wat moet nu straks de waarde zijn van NRC Handelsblad of De Volkskrant, met hun ervaren journalistieke staven, als een van deze bladen door Van Thillo wordt doorverkocht. Een schamele € 30 of 40 of 50 miljoen? Is dat de prijs van wat wij kwaliteitskranten noemen en waarin columnisten figureren als Henk Hofland, Elsbeth Etty en Marjolein Februari ?
Ter vergelijking: toen halverwege de jaren negentig de Perscombinatie de NDU overnam, moest deze daarvoor een bedrag van f 900 miljoen op tafel leggen, zeg ruim € 400 miljoen. En het huidige PCM-concern heeft veel meer in huis dan de Dagbladunie van destijds. Degenen die deze vergelijking niet adequaat vinden, zullen er wellicht op wijzen dat Van Thillo slechts 51 procent van PCM heeft overgenomen. Maar met deze 51 procent maakt Van Thillo bij PCM de dienst uit , zeker als op termijn ook Het Parool nog bij het concern wordt ondergebracht.
De financiële situatie van PCM blijft ook na de overname door Van Thillo door mystificatie omgeven. De vraag is of deze mystificatie bewust is gecreëerd. In de publiciteit van de afgelopen maanden is voortdurend gesproken van een PCM-schuld van € 120 miljoen die als gevolg van het Apax-debacle was ontstaan, maar de negatieve weerslag van dat bizarre avontuur was volgens ingewijden vele malen groter. De bewuste € 120 miljoen moet eerder worden gezien als het bedrag dat nu dringend door de kredietverleners van PCM wordt opgeëist.
Uit de cijfers van PCM zelf blijkt dat het concern in 2007, na het vertrek van Apax, zijn schuldenlast van € 445 miljoen heeft weten te herfinancieren bij de Rabobank. Nadien is daar de mislukking met het gratis dagblad DAG bovenop gekomen, wat nog eens een gat van vele tientallen miljoenen euro’s aan het financiële leed van PCM heeft toegevoegd. Hoewel de jaarcijfers over 2008 nog niet beschikbaar zijn, mag gerust worden aangenomen dat de financiële lasten van PCM zich nog rond een slordige € 400 miljoen bewegen.
Daarom is feit twee hier van belang. Zoals alom wordt beaamd is Van Thillo’s aanpak gebaseerd op slimme berekening. Met een aandelenpakket van € 100 miljoen verwerft Van Thillo de volledige zeggenschap over een concern dat een jaaromzet heeft van € 644 miljoen. Van zijn investering zal echter maar 60 procent worden gebruikt om de last van € 120 miljoen te verlichten. De andere helft van de schuldvereffening moet door de overige eigenaren van PCM (Stichting Democratie en Media, Stichting De Volkskrant en Stichting de Christelijke Pers) op tafel worden gelegd. Hier verraadt zich de koele rekenaar. Met 60 miljoen is de druk van de kortlopende schulden even van de ketel en geeft Van Thillo zich ademruimte om te bezien hoe de resterende financiële last van PCM op termijn moeten worden gesaneerd. Wat de sanering voor de bezetting van de redacties gaat betekenen, staat nog in de sterren geschreven, maar gevreesd moet worden dat ze zeer ingrijpend zal zijn om van het PCM-concern weer een levensvatbaar krantenbedrijf te maken.
Dat de hoofdredacteuren van de PCM-bladen over het algemeen kritisch positief zijn over de overname door Van Thillo is om één belangrijke reden wel begrijpelijk. Na de bizarre Apax-periode ben je snel geneigd een Vlaamse uitgever als een betere keuze dan een Britse financiële avonturier aan te merken, omdat hij ook werkelijk in het maken van kranten geїnteresseerd is. Niet alleen voor de PCM-collega’s maar voor geheel journalistiek Nederland is het een opluchting dat het debat nu plotseling weer gaat over het in stand houden van kranten en niet uitsluitend wordt beheerst door enkele spraakmakers die reeds de teraardebestelling, binnen enkele jaren, van de gedrukte krant hebben aangekondigd. Als Van Thillo uitroept dat hij in 2020 ook nog kranten wil maken, zal hij veel medestanders vinden die zich om kwaliteitsjournalistiek bekommeren.
Maar voor de PCM-journalisten kan het geen kwaad ook enig realisme aan te houden. Want interesse in het maken van kranten betekent bij Van Thillo ook zich bemoeien met de inhoud van die kranten. En dat is een derde feitelijke vaststelling die tot grote alertheid noopt. De redactionele gesteldheid in Nederland is wars van ingrijpen door de uitgever, zeker bij de Volkskrant waar journalistieke emancipatie het adagium is. Je kunt de contouren van de toekomstige conflicten al ontwaren als Van Thillo direct contact legt met de redacties en aanvoert dat er meer aan populariteitsjournalistiek moet worden gedaan en minder aan achtergrond en verdieping. Het voorbeeld van zijn aanpak kan men vinden bij het dagblad De Morgen dat volgens Vlaamse kenners het kwaliteitslabel van weleer heeft afgelegd en dat onder leiding van het duo Christian van Thillo/ Yves Desmet (politiek hoofdredacteur) in de richting van verstrooiing en emo-nieuws is opgeschoven om de lezer te behagen. Als gevolg van de conjuncturele tegenwind moeten er nu bij De Morgen 26 journalistieke arbeidsplaatsen verdwijnen en moet de redactie haar vertrouwde, statige pand in het centrum van Brussel verruilen voor een bovenverdieping van Het Laatste Nieuws in het Vlaams-Brabantse dorpje Kobbegem. De bedoeling is dat De Morgen en Het Laatste Nieuws, een sensatieblad, minder complementair maar meer compatibel worden. Geen aanlokkelijk perspectief voor wat eens een kwaliteitskrant was.
De toekomst van de PCM-bladen blijft ook onder Van Thillo bezwangerd van onzekerheid. De financiële situatie van het concern is ondoorzichtig en de last van de schulden drukt zwaar. Maar als gevolg van de economische recessie zijn de marktomstandigheden eveneens veranderd. Een van de kardinale vragen is bijvoorbeeld of de vertrouwde adverteerders aan het eind van de crisis weer naar de kranten zullen terugkeren. We moeten de mogelijkheid niet uitsluiten dat ze in deze periode een alternatief in de digitale wereld hebben gevonden en dat de advertentiemarkt voor kranten permanent verslechterd is.
Jan van Groesen
(18-3-2009)